Kinderbijslag
Student
Iedere student heeft recht op kinderbijslag tot hij/zij 25 jaar wordt. Er moet enkel rekening gehouden worden met volgende grenzen:
- Je mag MAX 240 uur per kwartaal werken in kwartaal 1, 2 en 4.
- In kwartaal 3 mag je onbeperkt werken, behalve als je na het kwartaal niet verder studeert, dan geldt toch de 240-uurgrens.
Als je deze maxima toch overschrijdt, dan krijg je geen kinderbijslag.
Let op, dit geldt enkel voor het kwartaal waarin je te veel gewerkt hebt!
Werkzoekende
Wanneer je je studies beëindigt, kan je je best eerst inschrijven als werkzoekende. Je kan je persoonlijk inschrijven bij de bevoegde dienst in je streek of via hun website:
Wanneer je bent ingeschreven, start je wachttijd voor werkloosheid en dus ook een toekenningsperiode voor de kinderbijslag van 360 kalenderdagen. Wanneer deze wachttijd is verstreken, krijg je wachtuitkeringen en eindigt definitief je recht op kinderbijslag.
Het kinderbijslagfonds verneemt je inschrijving automatisch via een elektronisch bericht. Wanneer ze dit bericht ontvangen hebben, sturen ze de gepaste forulieren op. Deze formulieren moeten ingevuld worden, om na te gaan of aan alle voorwaarden is voldaan om kinderbijslag te kunnen betalen gedurende de toekenningsperiode.
Om de kinderbijslag te kunnen krijgen, moet je rekening houden dat je maandelijkse inkomen de toegestane limiet niet overschrijdt. Dat wil zeggen dat het beroepsinkomsten niet meer mag bedragen dan 520,08 EUR bruto per maand!
TOEKENNINGSPERIODE
De toekenningsperiode van 360 dagen begint:
- Onderbreking studies: de dag na de onderbreking van de lessen
- Einde studies: op 1 augustus
- 2e zittijd: de dag na het einde van de zittijd
- Stage in het kader van een openbaar ambt: de dag na het einde van de stage
- Eindverhandeling (thesis): de dag na het inleveren van de eindverhandeling
- Leercontract: de dag na het einde of de verbreking van het leercontract.
Let op! Als je stopt met studeren in het jaar van je 18e verjaardag, is de toekenningsperiode anders! Afhankelijk van wanneer je juist 18 wordt, zal de toekenningsperiode van 360 dagen starten:
- Voor 30 juni
- Studie stopzet voor zijn verjaardag: de dag na zijn verjaardag
- Studie stopzet na zijn verjaardag: de dag na de onderbreking van de lessen
- Na 30 juni: 1 augustus.
Een voorbeeld van Partena
An (19 jaar) beëindigt haar hogere studies einde juni:
– zij schrijft zich in als werkzoekende op 20 juli: de toekenningsperiode voor de kinderbijslag start op 1 augustus en eindigt op 31 juli (= 360 dagen na 1 augustus).
– zij schrijft zich laattijdig in als werkzoekende op 15 november: de toekenningsperiode voor de kinderbijslag begint vanaf 1 december (= de maand die volgt op de eigenlijke inschrijving) en eindigt op 31 juli (= 360 dagen na 1 augustus, de vroegst mogelijke inschrijvingsdatum). Zij verliest dus de kinderbijslag voor de maanden oktober en november.
Belastingen
Ten laste
Ouders die kinderen “ten laste” hebben, betalen minder belastingen. Om ten laste te zijn van je ouders, moet je aan een paar voorwaarden voldoen:
- Deel uitmaken van hun gezin op 1 januari van het jaar volgend op het inkomstenjaar
- Geen lonen ontvangen die beroepskosten zijn voor je ouders
- Je nettobestaansmiddelen mogen een bepaald bedrag niet overschrijden
Verdien je meer dan een bepaald bedrag, dan ben je niet meer ten laste en betalen je ouders meer belastingen. Hoeveel mag je maximum verdienen? Die bedragen veranderen elk jaar. Voor 2015 zijn het volgende bedragen:
Als je ouders… | Maximumbedrag nettobestaansmiddelen – Inkomsten 2014 (aanslagjaar 2015) | Maximumbedrag nettobestaansmiddelen – Inkomsten 2015 (aanslagjaar 2016) | |
gezamenlijk worden belast | 3.110 € | 3.120 € | |
alleen worden belast en | u wordt fiscaal niet als gehandicapt beschouwd | 4.490 € | 4.500 € |
u wordt fiscaal als gehandicapt beschouwd | 5.700 € | 5.720 € |
Wanneer betaal ik zelf belastingen?
Iedereen heeft recht op een “een belastingvrije som“. Dat wil zeggen dat een deel van je inkomsten niet belast wordt.
Voor het aanslagjaar 2016 (dit gebeurd op je inkomsten van 2015) bedraagt die belastingvrije som 7.380 euro, als het belastbaar inkomen kleiner is dan 26.360 euro.
Als dat belastbaar inkomen (max 26.360 euro) het bedrag van de belastingvrije som (7.380 euro) niet overschrijdt, dan moet je geen belasting betalen.
Als je belastbaar inkomen dit bedrag wél overschrijdt, moet je belastingen betalen. Het belastingtarief stijgt naarmate het inkomen toeneemt.
Let op! Er wordt geen belasting op je loon ingehouden als:
- je een schriftelijke arbeidsovereenkomst hebt
- je niet meer dan 50 dagen werkt in het kalenderjaar
- er geen enkele sociale zekerheidsbijdrage op je loon verschuldigd is